Vijfentwintig jaar lang liet Mark Grammens tweewekelijks zijn mening los op Vlaanderen en de wereld met zijn eenmansblad Journaal. Het was een kritisch tijdschrift zonder weerga, links en Vlaamsgezind, met oog voor diplomatie en mondiale ontwikkelingen.
Nu Grammens met pensioen is, vertelt hij over vroeger. Over de Vlaamse journalistiek, of, beter, het gebrek daaraan.
“Vroeger had elke krant een uitgebreide buitenlandse berichtgeving. Maar onder druk van besparingen werd die teruggeschroefd. Daarin
onderscheiden de Franstalige kranten zich van de Vlaamse.”
Een uitgebreid gesprek met de meester.
Ons gesprek eindigt in milde ironie. Wanneer we aan Grammens op het einde vragen om een staat van de samenleving op te maken, zegt hij: “Het is niet de bedoeling dat ik etiketten ga kleven. Dat heb ik eigenlijk nooit graag gedaan. Etiketten kloppen toch niet.”
Het typeert de tachtigjarige Grammens als geen ander: na een lang interview over de journalistiek, de Vlaamse strijd en de politieke links-rechtstegenstelling zeggen dat je eigenlijk niets weet en je alles in
vraag moet stellen, terwijl je net heel helder een aantal vragen hebt beantwoord.
Grammens: “Tja, een goede journalist is dan ook niet links of rechts, maar dwars.”
U hebt er een rijke carrière op zitten, onder meer als correspondent voor Het Volk in Londen, als politiek verslaggever, en als uitgever van De Nieuwe, en uiteraard als stem van Journaal. U was daarbij steeds een Vlaamse stem. Is de Vlaamse ontvoogding wel geslaagd?
Mark Grammens: “Dat hangt ervan af wat je onder Vlaamse ontvoogding verstaat. Vlaamse ontvoogding is namelijk een breed begrip dat alles kan betekenen. Sinds de Eerste Wereldoorlog is de doelstelling van de Vlaamse Beweging altijd ‘zelfbestuur’ geweest. Dat is een vlag die vele ladingen dekt: van grote autonomie tot onafhankelijkheid. Als dat de doelstelling is, dan staan we nog niet ver.”
“Is de doelstelling de gedwongen toepassing van de
Belgische taalwetten, dan staan we ook nog niet ver, want de Franstaligen treden die regels nog altijd met de voeten. In Brussel, maar ook elders. Wie – zoals de klassieke Vlaamse partijen – vindt dat onze huidige verworven deelstaatautonomie al volstaat, die kan natuurlijk zeggen dat de ontvoogding geslaagd is.”
Vindt u een Vlaamse regering en deelstaat dan geen grote verworvenheid?
Grammens: “Als verkiezingen ooit zouden leiden tot een Vlaams parlement dat veel krachtiger Vlaams is dan vandaag, dan zouden de bestaande verworvenheden van parlement en regering écht belangrijk kunnen worden. Maar dat is nu niet het geval. De Vlaamse regering en het parlement werken ondermaats. Ze zouden veel meer kunnen dan ze nu doen. Dat komt omdat de meeste klassieke partijen ook vaak in de Belgische regering zitten, en men in die partijen – ook al zit men in het Vlaams parlement – steeds achterom moet kijken om te zien of België volgt. Dan maak je geen gebruik van de mogelijkheden van je autonomie.”
Het Vlaams parlement kan stemmen wat het wil
“In principe zou het Vlaams parlement alle wetten kunnen stemmen die het wil. In het ergste geval leidt dat dan tot conflicten met de Belgische staat, die kan zeggen dat een bepaalde wet niet de bevoegdheid is van Vlaanderen. Ondertussen is die wet dan wel gestemd.”
“Lang geleden heb ik eens een studie gemaakt van het kolonialisme en de onafhankelijkheidsstrijd van de koloniale landen, meerbepaald in Afrika. In de meeste gevallen begon de soevereiniteit op een beperkte schaal met parlementen die eigenlijk maar weinig
soevereiniteit bezaten. Allemaal hebben die parlementen op een bepaald moment het recht naar zich toe getrokken en wetten gestemd die veel verder gingen dan hun bevoegdheid toeliet.
Het recht op die manier in eigen handen nemen is een kenmerk van dekolonisatie.”
“Dat hebben we in de jaren 1990 ook gezien toen de Baltische landen zich afscheurden van de Sovjet-Unie. Die landen hadden al parlementen, en op een gegeven ogenblik stemden die
parlementen gewoon resoluties en wetten die veel verder gingen dan eigenlijk toegelaten was.”
“Wel, het is kenmerkend voor Vlaanderen om dat allemaal niet te doen (lacht). Wij zijn de uitzondering.”
“België hield meer rekening met de N-VA voor de massale verkiezingsoverwinning van 2010”
Mark Grammens
Is dat alleen de schuld van onze politici of heeft dat ook met de houding van de burger te maken?
Grammens: “Als volk zijn we aan de slappe kant. Daarin hebt u gelijk.”
Een beetje cru gesteld dan: verdienen Vlamingen hun eigen staat wel? Want als de burger een eigen staat niet nodig vindt…?
Grammens: “…Verdienen, dat is een beetje een verkeerd woord. De tegenstellingen zijn nog niet scherp genoeg om een algemene volksopstand mogelijk te maken. Er is een groot verschil
met andere landen, en dat verschil is dat de zelfstandigheidsgedachte hier wordt uitgedragen door politieke partijen. In andere landen wordt een zelfstandigheidsbeweging meestal veel ruimer ingevuld.”
“We hebben in Vlaanderen wel zelfstandigheidspartijen, maar die zitten vast in de partijpolitiek, en die partijen worden ook om partijpolitieke redenen bestreden, en niet omdat ze verzelfstandiging uitdragen. In andere landen zou een organisatie als de Vlaamse
Volksbeweging veel groter zijn dan de politieke partij die pleit voor zelfstandigheid. Hier is het omgekeerd. Het zelfstandigheidsstreven wordt bij ons opgeslorpt in politieke conflicten. Daar
komen dan benoemingen bij kijken. Partijpolitiek dus, en de doelstelling is bijgevolg niet zuiver meer.”
“Een voorbeeld: herinner u de vrachtwagens vol geld waarmee
de N-VA als kleine partij naar Wallonië trok om de financiële transfers van Noord naar Zuid te symboliseren. Dat was een goeie grap, een stunt. Maar zouden ze dat vandaag nog doen? Neen. Zo’n actie van zo’n kleine partij had veel invloed, men sprak er schande van. Maar er werd wel over gesproken. Nu de N-VA vandaag veel invloedrijker is geworden, twijfel ik er aan of ze dat nog zouden durven.”
“Bijgevolg ben ik van mening dat de N-VA vroeger veel belangrijker was dan nu. Vroeger hadden ze minder leden en parlementairen, maar waren ze wel kernachtiger in hun
boodschappen. België hield dan ook meer rekening met de N-VA voor hun massale verkiezingsoverwinning in 2010 dan daarna.”
Acht miljard euro subsidies
De politiek en een volksbeweging zijn dus niet hetzelfde. Maar welke tegenstelling moet er op scherp gesteld worden om het zelfstandigheidsstreven aan de politiek te onttrekken?
Grammens: (denkt na)”Er moet nog heel veel gebeuren. Men moet geduld hebben. Het probleem is dat Vlaanderen zich nog te weinig benadeeld voelt door de Belgische staat. Die benadeling is er nochtans wel. We geven minstens acht miljard euro per jaar uit aan alimentatie voor Wallonië en Brussel, maar dat ziet men in de dagelijkse realiteit te weinig. Daardoor is er geen protest, geen revolte. Men revolteert meer tegen de algemene zakkenvullerij van politici, om maar iets te noemen, dan tegen de voorrechten die in België ontstaan zijn ten voordele van Wallonië en Brussel.”
“Staat u me toe om te zeggen dat het zelfstandigheidsstreven in Vlaanderen nog te veel een zaak is van overtuiging: het streven beïnvloedt mensen die eigenlijk al overtuigd zijn van het nut
van Vlaamse autonomie. Eigenlijk zou het autonomiestreven een zaak van noodzaak moeten zijn. Zelfstandigheidsbewegingen groeien meestal op grond van materiële vereisten: het dagelijkse
leven waartegen mensen in opstand komen.”
“Wel, Vlamingen komen niet in opstand tegen hun dagelijkse leven. Daarom is onze zelfstandigheid dus vooral een gedachte van mensen die nu al een overtuiging hebben, en niet van mensen die ergens voor moeten strijden om verbeteringen af te dwingen. Het moet eigenlijk nog veel slechter gaan vooraleer het Vlaamse zelfstandigheidsstreven een nieuw elan krijgt.”
“De PS bepaalt welke Vlaamse socialisten regeren, welke Vlaamse socialisten carrière maken, wie benoemd wordt”
Mark Grammens
Naast een flamingant bent u altijd een overtuigd socialist gebleven. Kan u nog eens helder uitleggen hoe men het sociale en het Vlaamse ideaal kan verzoenen? Waarom ligt die zienswijze zo moeilijk?
Grammens: “Welke richting een nationalisme uitgaat, heeft veel te maken met persoonlijke invloeden. De Ierse vrijheidsstrijder Michaël Collins was bijvoorbeeld een overtuigd communist. Bijgevolg was een deel van de Ierse strijd sociaal geïnspireerd. Dat zijn toevallige
omstandigheden. Mocht mijnheer Collins een andere overtuiging hebben gehad, dan zou ook de Ierse strijd anders geweest zijn.”
“Op een gegeven moment was de kern van de Vlaamse Beweging links georiënteerd. In de jaren 1920 bijvoorbeeld, met mensen als Paul Van Ostaijen, Herman Vos en vele anderen. Ook Joris Van Severen, de latere leider van Verdinaso, ontkurkte in die tijd champagne om de
Russische revolutie te vieren! Men had dus een zeer sterke linkse flamingantische beweging. Maar die is uiteen gevallen door interne strubbelingen. Leden van de Frontpartij, de partij die ontstaan is uit de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, begonnen met elkaar in de clinch te gaan.”
“Van Severen en Staf De Clercq van het latere VNV zaten naast elkaar in het parlement, maar konden elkaar niet luchten. Toen het VNV ontstond, in 1932, heeft Van Severen dan ook van die Vlaamse verdeeldheid gebruik gemaakt om de partijpolitieke Vlaamse Beweging te heroriënteren. Iemand als Herman Vos is toen naar de socialisten getrokken. Eigenlijk kan je op de teloorgang van de linkse Vlaamse Beweging geen ideologisch etiket kleven. Wel een
persoonlijk.”
“Neem nu het verhaal van de voormalige Antwerpse burgemeester Lode Craeybeckx: die was combattief links, maar heeft ook in de gevangenis gezeten na de Eerste Wereldoorlog. Niet omdat hij links was, maar wel omdat hij Vlaams was! Maar dus, over Craeybeckx: In zijn 11-julitoespraak uit 1953, toen hij burgemeester van Antwerpen was, hield hij een pleidooi tegen de verdraagzaamheid. Heel interessant. Vlamingen waren té verdraagzaam, dat zei Craeybeckx
toen al.”
Het Vlaams Belang is links
Is Vlaanderen eigenlijk niet links omdat het rijk is?
Grammens: “Neen. Dat zijn dingen die je alleen achteraf historisch kan situeren… Het voornaamste element waarom de linkerzijde vandaag anti-Vlaams is, is omdat ze afhankelijk is van de PS. In België is ter linkerzijde de PS de baas. De PS bepaalt welke Vlaamse socialisten regeren, welke Vlaamse socialisten carrière maken, wie benoemd wordt.”
“De dag dat de SP.A Vlaamsgezind wordt, houdt ze op machtig te zijn, houdt ze op mensen politiek te benoemen. Want de SP.A zal dan uit de machtscentra geweerd worden door de PS. De hele culturele sector in Vlaanderen leeft nu bij gratie van het partijpolitieke socialisme. Daardoor is de SP.A anti-Vlaams. Eigenlijk is het simpel.”
Kunnen we stellen dat – naar analogie met wat Geert Van Istendael ooit in De Standaard over Geert Wilders schreef – op basis van het partijprogramma het Vlaams Belang eigenlijk de enige Vlaamsgezinde linkse partij is?
Grammens: “(lacht) Daar is iets van. Geert Wilders is alleszins heel links, maar je mag het hem niet zeggen. Maar goed: eigenlijk betekent het dat al die begrippen relatief zijn. Hitler was ook links, net als Benito Mussolini. Die laatste was zelfs een uitgesproken socialist. Zelfs op het einde van zijn beleid. Toen hij bijna de oorlog verloren had, bezat Mussolini nog een kleine strook in het noorden van Italië, de Republiek van Salo, en als president van die republiek heeft hij alles genationaliseerd. Dat is nooit gezien in West-Europa!”
“De grootste fout van Mussolini was echter zijn alliantie met Hitler. Daar zijn historici het nu over eens. Mussolini zou als Europees triomfator uit de oorlog gekomen zijn als hij neutraal was
gebleven in de oorlog. Maar de megalomanie was sterker. Churchill heeft tot op het laatste moment geloofd dat Mussolini nog aan zijn zijde zou staan. Stalin heeft trouwens altijd verveeld gezeten met de uitdrukking nationaalsocialisme. Daarom dat de Comintern in 1937 een directieve uitgegeven heeft waarin gesteld werd dat het nationaal-socialisme doodgezwegen moest worden, en vervangen door het begrip fascisme. Daarom is fascist een scheldwoord
geworden, en socialist niet. En dat terwijl het fascisme eigenlijk fundamenteel socialistischer was dan het wereldse socialisme.”
Waarom wordt de geschiedenis dan vaak anders uitgelegd?
Grammens: “Ach… Geschiedenis gaat meer over vandaag dan over gisteren, dat weet u ook.”
Links-rechts
Iets anders nu. Buitenlandberichtgeving is van onschatbare waarde in een goed werkende democratie. Waarom informeren kranten als Le Soir en La Libre Belgique hun lezers doorgaans wel over
belangrijke buitenlandse gebeurtenissen en achtergronden?
Grammens: “Ik ga antwoorden met een voorbeeld. Toen ik op 1 januari 1962 politiek redacteur werd van De Linie, werd ik ook politiek redacteur voor het buitenland. Die tweedeling tussen binnenland en buitenland bestond toen nog niet. De scheiding is geleidelijk gebeurd.”
“Het gevolg daarvan is geweest dat als er besparingen moesten doorgevoerd worden, de buitenlandberichtgeving vaak als eerste sneuvelde. Bij de Franstalige kranten heb je die tweedeling niet. Béatrice Delvaux van Le Soir schrijft nog altijd over Belgische én Franse politiek. In Vlaanderen heeft men de buitenlandberichtgeving teruggeschroefd omdat men dacht dat het buitenland mensen niet interesseerde. Of het moeten grote rampen of topconferentie
zijn, dat soort zaken.”
“Met de Sovjet-Unie had links altijd een stok achter de deur. Die bedreiging maakte links veel sterker dan het eigenlijk was.”
Mark Grammens
In een van uw laatste Journaals schreef u over het einde van de ‘links-rechtstegenstelling’ en over de technocratie. Vindt u het verdwijnen van ideologie onrustwekkend, of dicht u ook goede eigenschappen toe aan het verdwijnen links en rechts? En wat met het verdwijnen van de elite als sturende kracht voor een samenleving?
Grammens: “Dat is een moeilijke vraag. Het is maar wanneer de elite misbruik maakt van haar positie, dat men er op mag schamperen. En het einde van de links-rechtstegenstelling propageren, dat is eigenlijk overdreven. De tegenstelling wordt gewoon niet meer zo
geaccentueerd. Dat heeft te maken met het algemene gebrek aan zelfvertrouwen en overtuiging van politiek links, dat voor een groot deel ontstaan is door het einde van de Koude Oorlog.”
De Sovjet-Unie als drukkingsmiddel
“Tijdens de Koude Oorlog was de relatie tussen links en rechts gespannen, maar na de Koude Oorlog is de tegenstelling gewoonweg opgeheven. Dat is nu eenmaal evolutie. De implosie van de Sovjet-Unie heeft grote gevolgen gehad, ook voor West-Europa. Dat zijn historische feiten. Maar hoe anti-communistisch de meeste linksen in Europa ook waren, met de Sovjet-Unie hadden ze altijd een stok achter de deur. Die bedreiging maakte links veel sterker dan het eigenlijk was.”
“Door het wegvallen van de bedreiging van de Koude Oorlog is de linkerzijde in grote mate verzwakt, ja, zelfs onbestaande geworden. Zeker in West-Europa. Dat heeft eveneens te maken met de toenemende monopolisering van de macht door de Europese instellingen, die allesbehalve links zijn.”
Schaamt links zich na de implosie van de Sovjet-Unie?
Grammens: “Neen, links heeft geen schaamte. Nooit gekend.”
Wat is links dan?
Grammens: “Socialisme en links zijn niet hetzelfde. Socialisme gaat over het gemeenschapsbezit van de productiemiddelen. Dat is de algemene definitie van in het begin van de 19e eeuw, nog voor Marx. Gemeenschapsbezit kan zowel nationalisering als coöperatievorming zijn. Het is een zeer ruime term. In Vlaanderen zijn er bijgevolg heel weinig socialisten (lacht).”
“Vandaag noemt gewoon iedereen die er zin in heeft zichzelf links. Ik herinner me ooit een nieuwsbericht van een Oost-Vlaamse ondernemer, een kapitalist pur sang, die plechtig verklaarde dat hij links was, want homofiel. Dat heeft er nu werkelijk niets mee te maken! (lacht). Alle mogelijke thema’s worden vandaag ‘links’ genoemd uit praktische overwegingen. De Paarse regeringen van Verhofstadt waren zogezegd ook ‘links’, en wel omdat ze het
homohuwelijk gelegaliseerd hebben en voor euthanasiewetten hebben gezorgd.”
“Ik heb me altijd geamuseerd mensen te confronteren met de consequenties van hun denken. Vlaanderen heeft de traditie om links als antikatholiek te beschouwen, en rechts als katholiek. Dat had met partijpolitiek te maken. Maar ook dat klopt niet meer. De meeste pastoors zijn vandaag veel linkser dan de socialisten. Omdat ze geloof vervangen hebben door welzijnszorg en goeddoenerij. Er is met andere woorden veel verwarring.”
“Het is verbazingwekkend dat de publieke opinie zich neerlegt bij een Europa waarin geen enkele voorname functie democratisch verkozen is.”
Mark Grammens
Hoe noemt Mark Grammens zichzelf dan? Links, of toch niet? Grammens: “Wel, ik noem mezelf niks. Maar als men mij links noemt, dan protesteer ik niet. Ik ben namelijk voorstander van het gemeenschapsbezit van productiemiddelen. Absoluut.”
En als iemand u rechts noemt? Want dat gebeurt wel eens.
Grammens: “Mijn rechtse reputatie heb ik te danken aan mijn Vlaamsgezindheid. In Vlaanderen hebben vele mensen dan ook een mening over internationale gebeurtenissen zonder er daadwerkelijk verstand van te hebben, tot in de journalistiek toe. Als je in de Koude Oorlog bijvoorbeeld voor evenwichtspolitiek was – als je met andere woorden de macht van Amerika ook uitgedaagd wilde zien, net zoals Henri Kissinger dat trouwens zag, dan was je al links voor
sommigen. Dat had er ook niks mee te maken.”
Wie heeft in België het meeste macht? En wie heeft wereldwijd het meeste macht?
Grammens: “Macht is het resultaat van verschillende factoren die op elkaar inwerken, elkaar soms uitbalanceren, en elkaar soms overtreffen. Maar macht is altijd het product van een conflict. Altijd! Zonder conflict hoeft men namelijk geen macht te bezitten. Dan valt er niets te beheersen. Macht is dus de beheersing van conflictsituaties. Maar wie heeft nu het meeste macht? Ach… Wie de minste toegevingen moet doen, zeker?”
Niet de PS?
Grammens: “De PS alleen heeft ook niet alle macht. Elio Di Rupo benoemt niet overal wie hij wil, hij moet rekening houden met de andere partijen.”
Bedoelde u dat in een van uw laatste Journaals, toen u zei dat het kluwen van de Belgische compromispolitiek de grote onderlinge verschillen tussen de verschillende partijen moet verhullen? Vakbonden, regeringspartijen en werkgevers zweren bij de
Belgische constructie, alleen maar omdat ze zo beschermd worden tegen hun grote onderlinge verschillen?
Grammens: “Je kan niet maatschappelijk meespelen zonder macht uit te oefenen. Macht is ook niet a priori verkeerd. Maar machtsmisbruik is dat wel. Macht gebruiken om tegenstanders te
liquideren, of mensen onder druk te zetten… Dat gaat niet. Normaal gezien bestaat de samenleving uit machtsfactoren die op elkaar inspelen, die elkaar tegenwerken, en elkaar vinden. In de wereld gaat het er zo aan toe. Niet alleen in België. Samenleven zonder macht bestaat niet. Is dat een antwoord op uw vraag?”
“Ik heb Machiavelli graag gelezen. Hij heeft veel verstandige dingen gezegd”
Mark Grammens
Maar wie zijn in België dan de hoofdrolspelers?
Grammens: “500 mensen, ongeveer. Dat zal het zijn. En dan reken ik nog ruim.”
Is Mark Grammens een Machiavellist?
Grammens: “Machiavelli was dat zelf niet (lacht). Maar ik heb Machiavelli wel graag gelezen. Hij heeft veel verstandige dingen gezegd. Maar wat is Machiavellisme? Als ik dat moet uitleggen,
dan zitten wij hier vanavond nog. Machiavelli is vooral bekend voor de raadgevingen die hij gaf aan vorsten. Maar hij heeft veel meer verteld. Hij heeft ook een hele staatkundige visie opgesteld. Vaak wordt hij louter tot zijn handigheidjes gereduceerd, tot zijn concept van virtù.”
“Virtù betekent meer dan louter deugd, het betekent eerder ‘correctheid’. Machiavelli sprak nooit over moraal, maar hij gebruikte wel begrippen uit de moraal. Daarom komt hij juist over als een moralist. Maar hij is eigenlijk net het tegenovergestelde. Volgens hem moet je juist zonder moraal de virtù kunnen toepassen. Dat was voorwaar een originele gedachte, zeker voor zijn tijd.”
In Europa is niemand verkozen
Gelooft u nog in een democratische toekomst voor Europa? Of wordt het de komende decennia een technocratie uitzweten?
Grammens: (fel) “Het is verbazingwekkend dat de publieke opinie zich neerlegt bij een Europa waarin geen enkele voorname functie verkozen is. De Europese Commissie: komt geen verkiezing aan te pas. Herman Van Rompuy: niet verkozen. Alleen het Europese parlement is een beetje democratisch, en wordt dan nog overheerst door nationale partijen met hun interne machtsverhoudingen. De publieke opinie aanvaardt dus een ondemocratische toekomst.”
“Waarom? De mythe van de Europese toekomst, het geloof in Europa dat voor welvaart zorgt, dat is zeer sterk. Maar uiteindelijk zal Europa het niet volhouden, toch niet in zijn huidige vorm. Het zal nog een tijdje duren, maar het kaartenhuisje zal vroeg of laat in elkaar storten.”
“Europa heeft een geweldige slag gekregen door de recente crisis. En die slag zal het nooit echt te boven komen. Een tweede crisis kan Europa gewoonweg niet aan. De Europese verkiezingen
van volgend jaar zullen in verschillende landen leiden tot stemmen voor anti-Europese partijen of voor heel wat onthoudingen. Al tijdens de jongste Europese verkiezingen heeft minder dan de
helft van de burgers gestemd. Het weinige legitieme democratische van Europa zal stilletjesaan verdwijnen. Ik denk dat er een terugkeer zal plaatsvinden naar nationale machtsverhoudingen.”
“Maar ik ga dat niet meer meemaken. Dat duurt nog een tijdje. Maar u zal dat nog wel meemaken.”
Moeten we daarvoor vrezen?
Grammens: “Neen. Ik zie niet in waarom. Voor men met Europa begon ging het ook goed. Of slecht. Het kan vriezen, het kan dooien. Bang zijn maakt het verschil niet.”
“Als er een Brits referendum komt over het lidmaatschap van de Europese Unie, dan ben ik er zeker van dat dat negatief uitvalt”
Mark Grammens
Welke macht zal een verzelfstandigd Vlaanderen wereldwijd nog kunnen afdwingen?
Grammens: “Heel weinig macht, natuurlijk. Maar België kan nog minder afdwingen. Want België zit met de handicap van een Waals landsgedeelte dat als een blok aan ons been hangt en welvaart afroomt. Dus zou Vlaanderen meer betekenen zonder Wallonië, in tegenstelling tot wat men altijd beweert. België vormt een hinderpaal voor onze ontplooiing.”
Hoe kunnen we onze taal koesteren in een wereldwijde context?
Grammens: “Dat is de keuze van Vlaanderen. Na de verfransing, de verengelsing?”
Wat is het ergste?
Grammens: “Op dit ogenblik de verengelsing. Maar dat blijft niet noodzakelijk zo. De toekomst van Groot-Brittannië binnen Europa is zeer twijfelachtig. Als er een referendum komt in dat land
over het lidmaatschap van de Europese Unie, dan ben ik er zeker van dat dat negatief uitvalt. Dat staat zo goed als vast. Als Groot-Brittannië dan de EU verlaat, waar blijft het Engels dan in
Europa? Nu is het Engels de lingua franca in de Europese instellingen. Die status zal die taal dan verliezen. Want een taal van buiten de EU kan niet de lingua franca blijven. Uiteindelijk zullen Duits en Spaans een grotere rol verwerven.”
“Het Frans niet, want Frankrijk heeft zich al te veel afgezonderd van Europa. Duits krijgt dus opnieuw de plaats die het voor de Eerste Wereldoorlog innam in Europa. Nu, de kans bestaat dat Nederland de Engelsen volgt, en dan verdwijnt het Nederlands ook uit de EU. Daar moeten we rekening mee houden.”
“Laat mij een voorspelling doen: als Groot-
Brittannië de EU verlaat, dan volgt Nederland binnen de vijf jaar.”
En Vlaanderen?
Grammens: “Alleen een zelfstandig Vlaanderen zou de EU kunnen verlaten, maar een zelfstandig Vlaanderen komt er niet snel. Geloof me.”
Christophe Degreef, 2013